Jens: metserdiender

Als metserdiender doe ik vooral het voorbereidende werk voor de metsers. Ik zet alles klaar voor hen: mortel, bakken, stenen, stellingen … Daarnaast bestuur ik ook vaak de kraan vanop de grond. Op het einde van de dag doe ik ook de opkuis, want die overschotjes worden anders natuurlijk hard. En ik zet alles klaar voor de volgende dag zodat mijn collega’s meteen kunnen starten.

Eigenlijk ben ik een beetje manusje-van-alles. Al ben ik lang niet de enige, moet ik zeggen, want iedereen helpt hier elkaar.

18 jaar bij De Clippel
Ik startte 18 jaar geleden bij De Clippel. Daarvoor werkte ik in een aluminiumgieterij, maar dat was binnenwerk. Op een gegeven moment had ik het wel gezien … het was genoeg geweest. Ondertussen had ik mijn huidige vrouw leren kennen en ben ik een job in de streek gaan zoeken. Het was echt compleet op de bots dat ik hier ben verzeild geraakt. Letterlijk. Ik passeerde hier op een dag en ben binnengestapt met de vraag of ze iemand zochten. Wat later mocht ik langskomen voor een gesprek. De rest is geschiedenis.

Een nieuwe carrièrewending
Ik moest eigenlijk van nul beginnen, want ik had nog nooit in de bouw gewerkt. Iets totaal nieuws dus. Dat bleek geen probleem. Ik heb het allemaal geleerd bij De Clippel. Vandaag kan ik zelf een huis bouwen. En eigenlijk leer ik nog altijd bij, dus je geniet echt van een ideale begeleiding en opleiding bij De Clippel. We mogen ook altijd een opleiding volgens om bijvoorbeeld nieuwe technieken te leren.

Variatie primeert
Een gemiddelde werkdag? Dat varieert. Hangt ervan af in welke sectie ik werk: funderingswerken, betonwerken, metselwerken, … Gaat het om grote appartementsgebouwen, dan zitten we wel eens met een maand aan betonwerken. Maar uiteindelijk brengt elke dag wel iets anders, maar die variatie maakt het ook net boeiend. Ik zou de bouw nog moeilijk kunnen loslaten, denk ik.

Afwisseling en uitdaging
Wat ik het leukste vind? Ach, ik ben nogal positief ingesteld. Het buiten zijn onder collega’s, denk ik. We realiseren mooie projecten en doen ondertussen ook wel eens zot. Dat moet ook kunnen op een werf hee. Maar ook het werk zélf biedt nog voldoende afwisseling en uitdaging. Soms gaat het toch echt om precisiewerk met de kraan. En als ik ’s avonds thuiskom moet ik voelen dat ik gewerkt heb. Anders voel ik me niet gelukkig.